Wees geloofd, mijn Heer om zuster Water
die zeer nuttig en nederig is, kostbaar en zuiver.
Onuitstaanbaar kuis ben je, zuster water,
o zo dienstbaar stroom je van ijver over,
levenssap van elk. Denk maar niet dat ik mij
ooit aan jou spiegel
Snap toch dat ik soms met begrasde kleren,
zwarte knieën speel in de struiken – ik loop
pijlsnel weg van jou met je spons en washand
toch loop je harder
Jij bent alles wat ik wel nooit zal worden:
zuiver en beheerst. Als een koele aanklacht
ritselt jouw chiffon langs het oude jurkje
dat ik steeds aantrek
Keurend gaat jouw blik over oren, voeten,
alles ga je langs, zelfs mijn ingewanden
Zuster, jouw bemoeizucht houdt mij in leven,
ik heb je nodig
– Titia Lindeboom